Posted: July 19th, 2010 | Author: James Turk | Filed under: goud, hyperinflatie, inflatie | Tags: Reichsmark, Rudolf Havenstein, Weimar, Weimarrepubliek | No Comments »
Rudolf Havenstein was president van de Reichsbank gedurende de Weimarrepubliek. Vandaag de dag nemen centrale banken helaas dezelfde route die hij nam, welke leidde tot vernietigende hyperinflatie en de ondergang van de Reichsmark begin jaren ‘20. Fysiek goud en zilver kunnen u hierbij beschermen.
De voortdurende koopkrachtvermindering van nationale valuta wordt gemaskeerd door vermogensvernietiging van overgewaardeerde vermogensbestandsdelen als huizen die terugzakken naar realistische niveaus. Deze vermogensafname door dalende prijzen voelt als deflatie, maar is het niet. In feite is het een afleiding die onze ogen afhoudt van het werkelijke probleem: dat van de euro, de dollar en de meeste andere nationale valuta die koers hebben gezet richting hyperinflatie. Over hyperinflatie schreef ik reeds eerder.
De ECB meldt dat monetaire maatstaven als M1 en M2 gegroeid zijn met respectievelijk 10,3% en 1,4% over de laatste twaalf maanden. M3 blijft ongeveer gelijk met een kleine -0,2% daling. De Federal Reserve rapporteert M3 niet meer, maar de Amerikaanse M1 en M2 zijn gegroeid met 7,1% en 1,7% gedurende dezelfde periode. Deze groeipercentages betekenen dat de euro en de dollar worden geïnflateerd, ofwel dat de hoeveelheid geld wordt vergroot, met name M1, ten opzichte van de aanwezige hoeveelheid goederen en diensten die worden geproduceerd in de huidige, depressieve economie.
Deze inflatie is duidelijk te zien in marktprijzen. Ruwe olieprijzen bijvoorbeeld zijn meer dan verdubbeld sinds de bodemprijzen na het Lehman debacle. Ook breder genomen zien we dat de prijsindex van 19 grondstoffen, samengesteld door het Commodity Research Bureau, is gestegen met 46% gedurende dezelfde periode.
In zijn uitstekende boek over banken en inflatie “The Mystery of Banking”, observeert Murray Rothbard: “Wanneer prijzen sneller stijgen dan de geldhoeveelheid, zullen mensen een ernstig tekort aan geld ervaren, omdat zij relatief gezien een kastekort hebben ten opzichte van de hogere prijsniveaus. Totale kasgelden zijn niet langer voldoende om transacties te doen tegen de hogere prijs.”
Deze omstandigheden zien we ook vandaag. M1 en M2 zijn niet zo sterk gestegen als ruwe olie en andere grondstofprijzen. Het daaruit resulterende ‘tekort aan geld’ wordt veelal verkeerd geïnterpreteerd als deflatie, hetgeen exact gebeurde vlak voor de Reichsmark werd meegezogen in een hyperinflatoire wervelwind. Laten we het een ‘Havenstein moment’ noemen.
[...]
Bookmarks